Americana, Een eeuw van boeken, Oostblok

Een eeuw van boeken 3 – De Pendragonlegende (1934)

27 maart 2018

Beste Jur,

Onze Eeuw van boeken leek al na twee jaartallen te stagneren, door mijn toedoen, terwijl ik het spelletje nota bene zelf in gang heb gezet. Niet de boeken zorgden voor vertraging, maar de dobbelstenen. Leg ik straks uit. Eerst mijn boek voor het jaartal dat je me afgelopen september hebt aangereikt, 1934.

Faulkner, was mijn eerste gedachte. William Faulkner is een schrijver van wie ik ooit tamelijk hartstochtelijk fan was, dankzij meesterwerken als As I lay dying en The sound and the fury. De meerstemmigheid, de taal, het mythische aura van zijn zuidelijke VS, de anti-psychologiserende afgrondelijkheid van zijn personages, als je begrijpt wat ik bedoel – ik was daar diep van onder de indruk, probeerde het na te doen, faalde hopeloos, stuitte op andere boeken, afijn. Maar Faulkner bleef een held in mijn persoonlijke pantheon, vooral dankzij die reeks briljante romans die hij schreef rond 1930, de een na de ander, A I lay dying in slechts zes weken tijd, volgens de overlevering, tijdens zijn werkuren als nachtportier.

Wat blijkt: Faulkner heeft geen meesterwerk gepubliceerd in 1934. Hij heeft helemaal niets gepubliceerd in 1934. Frappant. Een braakjaar.

Ik ben dus ook aan het googelen geslagen. In eigen land verschenen twee klassiekers – Awater van Nijhoff en Terug tot Ina Damman van Vestdijk – maar die vallen buiten ons bestek van anderlandse literatuur. De Franse dichter van het onuitsprekelijke René Char publiceerde zijn cyclus Le marteau sans maître, die vooral legendarisch is omdat hij twee decennia later op muziek werd gezet door avant-garde-boegbeeld Pierre Boulez – een stekelig stuk waar ik erg van hou. Char was overigens 1.92m lang en een fervent rugbyspeler.

Stel, het is 1934 en je stapt een boekhandel binnen, op zoek naar een ontdekking. Wat tref je aan? Welke boeken worden aangeprezen? Op een tafeltje naast de kassa liggen de nieuwe romans van F. Scott Fitzgerald, Vladimir Nabokov, Henry Miller… Wat een snoepwinkel!

Zo ging het natuurlijk niet, al was het maar omdat twee van die drie nieuwe romans eerst als feuilleton verschenen: Scott Fitzgeralds Tender is the night in Scribner’s Magazine en Nabokovs Despair, geschreven in het Russisch, in een politiek-literair émigré-tijdschrift dat werd uitgegeven in Parijs. Millers Tropic of Cancer verscheen ook in Parijs, maar werd in de VS verboden wegens vermeend pornografische inhoud.

Op het tafeltje in die boekhandel lagen heel andere boeken – Murder on the Orient Express, bijvoorbeeld, en The thin man van Dashiell Hammett, waarover ik je al eerder schreef. Tender is the night verscheen trouwens in april 1934 al in boekvorm en lag er waarschijnlijk wel tussen, hoewel Scott Fitzgeralds ster inmiddels op zijn retour was en hij zich al bijna had doodgezopen. Miller was een nobody. Nabokov leefde in een andere wereld en gaf tennisles in Berlijn. Zou iemand deze pronkstukken van het interbellum in 1934 alle drie gelezen hebben? Het lijkt me onwaarschijnlijk.

Maar het boek dat ik voordraag voor onze Eeuw, na deze nogal lange inleiding, is het debuut van de Hongaar Antal Szerb. Natuurlijk is dat deels opportunistisch, aangezien wij binnenkort naar Boedapest gaan, zoals je weet. Maar Antal Szerb! Alleen die naam al. De Pendragonlegende gaat over een jonge Hongaarse letterkundige die in Wales in de ban raakt van de raadselachtige kasteelheer Pendragon. Veel meer kan ik me er niet van herinneren, behalve dat ik ervan heb gesmuld. Tijd om te herlezen dus – misschien neem ik het wel mee op reis.

Tot slot die dobbelstenen. De voornaamste reden dat mijn antwoord zolang op zich liet wachten was van wiskundige aard: hoe dobbel je een getal tussen de 0 en 99? Vanochtend heb ik me over de kwestie gebogen en ik ben met deze oplossing gekomen – aan mijn in de kwantumdobbelstenen geschoolde kameraad Frank, als hij meeleest, de vraag of het klopt, dat wil zeggen: of de methode daadwerkelijk willekeurige getallen oplevert.

  1. worp 1: een even getal staat voor 0-4, een oneven getal voor 5-9
  2. werp 5 keer achter elkaar en noteer steeds het nummer van de worp en de score; het nummer van de worp waarin je de hoogste score hebt gedobbeld is je eerste decimaal (deze stap eventueel herhalen tot je een unieke hoogste waarde hebt)
  3. herhaal stappen 1 en 2 voor de tweede decimaal

Voor de tweede decimaal moest ik erg vaak opnieuw dobbelen, maar ik heb een jaartal voor je: 1972. Ben benieuwd!

You Might Also Like

3 Comments

  • Reply Jur Koksma 27 maart 2018 at 13:17

    Hongarije! Ik stond gisterenavond wat te bladeren in “School aan de grens”(Géza Ottlik / Ottlik Géza. 1912-1990) ofwel Iskola a hatarón (1959), twijfelend of ik het mee zal nemen naar Boedapest om het te herlezen.

    Hier trouwens een update van de “Eeuw van Boeken” tussenstand.

    1925 – Eugenio Montale Ossi di seppia
    1934 – Antal Szerb De Pendragonlegende
    1972 –
    1976 – Norman Maclean And a river runs through it

    • Reply Joep 27 maart 2018 at 20:15

      Ah Ottlik! Dat militaire internaat zit in mijn geheugen gegrift, of eigenlijk: de omgangsvormen van de jongens, de codes, de eigen taal… Of nog preciezer: de manier waarop de verteller die voorbije tijd terughaalt aan de hand van het manuscript van zijn vriend dat hij van commentaar voorziet. Wat een boek. ‘School aan de grens’ was denk ik een van de eerste romans die ik op jouw aanraden heb aangeschaft – jij was er nog in bezig, dus dat zou het ook een van de eerste boeken maken die we synchroon hebben gelezen. Wie weet dobbelt een van ons nog eens 1959 en herinnert zich die stoffige harde jongenswereld, die halve woorden…

  • Reply Frank Wouters 28 maart 2018 at 20:13

    Joep je methode is doeltreffend en niets op aan te merken in de zin dat bij n zuivere dobbelsteen je zo tot n willekeurig getal komt tussen 0 en 99.
    De vraag die bij mij meteen opborrelt is of t niet makkelijker kan. Nu moet je minimaal 12 keer gooien. Kan dat niet met minder worpen?
    Wiskundigen zijn lui….

  • Leave a Reply