Antieken, Russki

Profite and pleasure: Alceste vs. Albinus, oftewel Euripides, Gluck & Nabokov

20 augustus 2016

Beste Jur,

Vorige week was ik in de schitterende Jahrhunderthalle in Bochum, een attractie op zich, voor een nieuwe productie van Alceste (1767) in de Ruhrtriennale. De barokopera van Gluck volgt de gemoedsbewegingen van een vrouw die besluit zich op te offeren voor haar echtgenoot. Een mooi en antiek gegeven, in dit geval gebaseerd op Euripides, maar die drie uur pakten helaas nogal larmoyant uit. Glucks muziek is boven twijfel verheven; het libretto is echter van dik hout; en de matige regie van Johan Simons bood geen soelaas.

Nee, dan Euripides. Zijn Alcestis (hier in de vertaling van Courteaux & Claes) is een masterclass verhalenvertellen: geestig, vlot, verrassend, vreemd, met duistere, maar geloofwaardige personages. In de eerste regels is Apollo aan het woord, die voor het paleis van koning Admetus staat en diens noodlot uit de doeken doet:

“[…] ik redde hem van de dood

door de Schikgodinnen te misleiden.

Zij stemden erin toe Admetus voorlopig te laten leven

op voorwaarde dat een andere sterveling werd geofferd

aan de geesten van de onderwereld.

Admetus polste om beurten al zijn familieleden,

zijn vader en de moeder die hem had gebaard,

maar alleen zijn vrouw was bereid voor hem te sterven

en het licht van de zon nooit meer te zien.

Hier in het paleis ligt zijn vrouw zieltogend in zijn armen,

want het noodlot heeft beslist dat ze vandaag moet sterven.”

Hoppa, het hele plot op je bord, geen aperitiefje maar meteen het banket. Dat is nog eens wat anders dan eindeloos emoties uitwalsen. De rest van het saterspel maakt grillige omtrekkende bewegingen (mooie bijrol voor Herakles) die deze kern steeds slim belichten en uitdiepen.

Dit 2500 jaar oude technische hoogstandje deed me denken aan een andere meester, en de beroemde openingsregels van zijn Russische roman Laughter in the dark uit 1933 (hier in de vertaling van Nabokov zelf):

“Once upon a time there lived in Berlin, Germany, a man called Albinus. He was rich, respectable, happy; one day he abandoned his wife for the sake of a youthful mistress; he loved; was not loved; and his life ended in disaster.

This is the whole of the story and we might have left it at that had there not been profit and pleasure in the telling; and although there is plenty of space on a gravestone to contain, bound in moss, the abridged version of a man’s life, detail is always welcome.”

You Might Also Like

1 Comment

  • Reply Jur 19 april 2018 at 10:02

    ‘Het gaat over een ezel, een vrouw en een zevenslaper. Een combinatie, die weinig voor de hand liggend is; ingrijpend zal blijken en tot twee ongelukken leidt: De zevenslaper verliest daar het leven bij; de vrouw bijna. Het heeft zin om dat van tevoren te vertellen, want spanning over de afloop is het laatste dat te verlangen is.’

    Anton Koolhaas – De geluiden van de eerste dag.

  • Leave a Reply