Beste Joep,
De lat ligt hoog bij Ali Smith schrijf je in je winterlentepost en zo is dat. In jouw kielzog ben ik een paar jaar geleden begonnen Smith te lezen. Ik begon bij ‘How to Be Both’ (2014), dat fascinerende dubbelportret waarover jij hier op Arletta ook al eerder schreef. Je vertelde me dat het boek twee delen 1 heeft (een deel dat zich nu afspeelt en een deel dat zich in de 15e eeuw afspeelt) en dat het in twee versies is uitgegeven, elk met een ander deel 1 voorop.
Mijn exemplaar begint met het George-deel (George – what’s in a name? – is een bijdehante tante van 16 die haar moeder verloren heeft), en volgens mij begint jouw exemplaar met dat van de schilder Francesco. We hebben ons alleen nooit over de vraag gebogen in hoeverre deze vormkeuze nou twee verschillende boeken heeft opgeleverd. Doen?
Leg de lat zo hoog als waar ‘How to Be Both’ overheen gaat met een Schotse sprong, en ‘There But For The’ (2011) flikt het ook, maar dan met een Fosburry Flop. Toen ik dit boek las – dat vertrekt vanuit het knettergekke gegeven van een man die zich na een etentje opsluit in de logeerkamer van zijn gastheer en gastvrouw en daar wekenlang niet meer uit komt – was ik verkocht. Twee keer zo raak is geen toeval meer: Mevrouw Smith uit Inverness Castle is een grande dame.
Lezend in ‘There But For The’ begon ik me ook af te vragen of Smith een bijzonder fascinatie voor Carroll’s Alice heeft. Zowel George (16) in HBB als Brooke (9) in TBFT zijn verzot op taalspelletjes, overtroeven volwassenen met gevatte opmerkingen en proberen grip te krijgen op het onlogische bestaan vanuit het ongerijmde. Ergens, dacht ik, moet er een Schotse literatuurwetenschapper in de Smithiaanse Hooglanden rondlopen die in haar Lochboek verwijzingen naar Carroll turft. Googelen op Carroll en Smith bracht me naar de New York Times waar de negenjarige Brooke Bayoude getypeerd werd als een kruising tussen Alice en een van Salingers ‘child savants’. Bingo.
Smith Nummer Drie was ‘The Accidental’ uit 2005. Zelfde ingrediënten, iets minder verrukkelijk. Wel van genoten. Hier ontmoeten we de twaalfjarige Astrid in de rol van Alice. Smith Nummer Vier (drie-en-een-half was een halve verhalenbundel, ook sterk) heb ik net uit: ‘Girl Meets Boy’ (2007). Dit dunne boekje geïnspireerd op Ovidius’ verhaal over Iphis en Ianthe deed het hem niet voor mij. Alice 4 alias Anthea heeft weliswaar dezelfde vergeeflijk pedante charme als George, Astrid en Brooke, maar waar HBB en TBFT je als lezer meevoeren naar wonderlijke nieuwe plaatsen en manieren van kijken, drukt Smith je in ‘Girl Meets Boy’ met je neus op ‘de feiten’. GMB is in zijn poging ons minder zwart-wit te laten kijken naar het onderscheid jongen-meisje, ironisch genoeg, zelf een manifesto (gender! geaardheid! vrouwenrechten! milieu!). Deze formule heb ik nu wel gezien. Ik wacht denk ik tot de zomer van 2019 om dan lekker mijn tanden te zetten in Smith’s Quattro Stagioni.
No Comments