
Beste Joep,
Ooit, ergens in het eerste decennium van deze eeuw, in een vervallen huis op een Calabrische klif, vatten we het (on-)zalige idee op om de 57 gedichten van Ossi di seppia van Eugenio Montale te gaan vertalen in het Nederlands. Het begon allemaal bij die gekke zonnebloem:
Portami il girasole ch’io lo trapianti
nel mio terreno bruciato dal salino,
e mostri tutto il giorno agli azzurri specchianti
del cielo l’ansietà del suo volto giallino.
Tendono alla chiarità le cose oscure,
si esauriscono i corpi in un fluire
di tinte: queste in musiche. Svanire
è dunque la ventura delle venture.
Portami tu la pianta che conduce
dove sorgono bionde trasparenze
e vapora la vita quale essenza;
portami il girasole impazzito di luce.
In 2025 is het 100 jaar geleden dat deze zonnebloem het licht zag (pun intended) en Montale als een komeet aan het firmament van grote moderne dichters verscheen (een halve eeuw later won hij de Nobelprijs). ‘Montales poëzie heeft een zorgvuldig bewaakte reputatie van onvertaalbaarheid,’ schreef Marko Fondse na de dood van de dichter in 1981. Wij hebben die vermeende onvertaalbaarheid nu onder de loep genomen in ons essay in Filter (‘Een vogel opzetten en laten zingen‘) en komen met de conclusie dat Montale vertaalbaar is, gegeven onze eigen conceptualisatie van vertaalbaarheid uiteraard. Zou het niet goed zijn als we in 2025 onze eigen vertalingen na al die jaren het nest uit laten vliegen?