Duitsch, Hedendaagsche Letterkunde, Português, Vertalen

Hellebaarden

25 februari 2018

Beste Jur,

Federer heeft het toernooi in Rotterdam inmiddels op zijn naam geschreven en op een voorheen leeg plekje in mijn hoofd is de snaar ‘Zwitserse literatuur’ gespannen, die nu regelmatig wordt aangeslagen. Wat zit het leven toch vol verrassingen! Zo ontdekte ik dat de librettist van Stravinsky’s iconische muziektheaterstuk L’histoire du soldat uit 1918, Charles-Ferdinand Ramuz, behalve een voetnoot in de muziekgeschiedenis ook een Zwitser is. Van enig formaat bovendien: een grote staatsprijs voor literatuur is naar hem vernoemd en hij staat op het briefje van 200 franc.

(Terwijl ik dit schrijf herinner ik me opeens nóg een Zwitserse schrijver, eentje die ik bewonder, een klassieker mag je wel zeggen – een te grote naam om hier weg te geven, hij (het is een hij) verdient zijn eigen post.)

Overigens kan ik me van Nachttrein naar Lissabon, dat ik jou schijn te hebben aangeraden, vooral het mooie openingshoofdstuk herinneren, waarin de leraar klassieke talen in een opwelling zijn klaslokaal uitloopt en vervolgens door een enkel woord – português – op een spoor wordt gezet dat hem van Bern naar Lissabon drijft. Maar na dat prikkelende begin verzandde het boek nogal, in mijn ogen. Bij wijze van amendement bij mijn eerdere tip: lees Nachttrein naar Lissabon, maar lees het niet uit.

Over Portugal gesproken: een dikke bassnaar in mijn hoofd zingt al decennia de lof van José Saramago, die in 1998 als eerste en tot nog toe laatste Portugees de Nobelprijs won. Hij was indertijd mijn held en ik las al zijn boeken – een flink oeuvre, hoewel hij er pas rond zijn zestigste aan begon te bouwen. Zoals dat soms gaat met helden verloor ik Saramago op zeker moment uit het oog, en zijn laatste romans heb ik niet meer gelezen.

Toevallig kreeg ik van de week zijn postuum uitgegeven boek Hellebaarden in handen en laaide de liefde weer op. Hellebaarden is een schitterende, bijna bibliofiele uitgave, met een gedegen essay van meestervertaler Harrie Lemmens, een interview met Saramago’s weduwe Pilar del Río, dagboeknotities over de roman-in-wording én tekeningen van Günter Grass. Bij zijn dood in 2010 had Saramago pas drie hoofdstukken van Hellebaarden voltooid, maar het verhaal is meteen intrigerend. De hoofdpersoon is een schichtige klerk in een wapenfabriek, die zich in zijn vrije tijd verlustigt aan oorlogsfilms. Zijn vrouw, een doorgewinterde pacifiste, heeft hem verlaten, maar weet hem wel aan te zetten tot een onderzoek: heeft zijn fabriek – ‘belona producties nv’ – in de jaren 30 wapens geleverd aan de fascisten? (Zo’n archiefonderzoek komt vaker voor bij Saramago, bijvoorbeeld in Alle namen, waarin de hoofdpersoon – archivaris bij de burgerlijke stand – het leven van een willekeurige vrouw probeert te reconstrueren.)

Geëngageerd is een understatement voor Saramago. Hij was boos. Hij had een boodschap – ieder mens draagt verantwoordelijkheid, en als je in een wapenfabriek werkt ben je mede-verantwoordelijk voor het leed dat die wapens aanrichten. Zo’n instelling zou heel goed tot drakerige boeken kunnen leiden, en dat Saramago desondanks een formidabel schrijver is komt, zoals bijna altijd, door zijn stijl, of eigenlijk zijn vertelstem, die je aanspreekt en rondleidt door het verhaal, die uitweidt, een geheim verklapt, strooit met weetjes, soms een ambtelijk toontje opzet en dan weer heel amicaal doet, een beetje vooroverbuigt en met glimmende oogjes wacht tot je stil bent om je dan te verrassen met een prikkelende gedachte die toevallig bij hem opkwam. Harrie Lemmens duidt die stijl mooi in zijn nawoord: ‘Saramago’s boeken lees je niet met je ogen maar met je oren, hij schrijft orale literatuur.’ Een meesterwerk is het onvoltooide Hellebaarden niet, en we zullen nooit weten of het dat had kunnen worden, maar wat een feest om Saramago’s stem weer eens te horen! Luister, zo stuurt hij zijn hoofdpersoon naar het archief om het onderzoek te beginnen:

‘Beneden bevindt zich naast de lift een groot metalen staketsel, een potente goederenlift die voornamelijk dient om de auto’s van de topmanagers te transporteren, te beginnen met die van de algemeen directeur. Daaraan is te zien dat een archief, ondanks de achtenswaardigheid die inherent is aan zijn verzamelfunctie, ook gebruikt kan worden als garage, als de buitendeur maar breed genoeg is.’

You Might Also Like

No Comments

Leave a Reply