Duitsch, Hedendaagsche Letterkunde, Klassiekers, Niet (uit-)gelezen

Denkend aan Zwitserland

21 februari 2018

Denkend aan Zwitserland
zie ik de bron van rivieren
droog in het literair
hoogland staan,
schreiend bij ijdele
gletsjermeren
mijn krasse kompaan
aan het peinzen slaan.

Beste Joep,

Ahem. Jouw verbijstering als het over de eigen parate kennis van de Zwitserse literatuur gaat, kan ik inmiddels delen. Toch kwam er uit mijn Bodensee wel, gelukkig, iets meer naar boven drijven dan alleen ‘Het tuinhuis’ van Thomas Hürlimann, dat ik jou inderdaad zou kunnen hebben aangeraden. In mij op kwam bijvoorbeeld meteen Pascal Mercier, van wiens hand jij mij dan weer Nachtzug nach Lissabon hebt aangeraden, een boek dat ik nog altijd niet heb gelezen. Ook ben ik nog nooit in Bern geweest.

Hoe onontkoombaar het connectoom van ons brein: toen ik je post las, schreef ik net op Tzum over Freuds vlucht per trein van Wenen naar Parijs. Met de Oriënt Express die in de jaren 30 nog door Zwitserland reed. Op dat synaptisch spoor moet Mercier ook hebben gelegen. Heb jij de film Night Train to Lisbon eigenlijk gezien, met Jeremy Irons als Professor Gregorius?

Die treinen rijden natuurlijk door alpenweiden, en daar zie ik nu tussen koeien met kolossale bellen Heidi en Emile rennen, hand in hand. Aan Johanna Spyri’s achtergrond twijfel ik niet, maar Rousseau zal toch eerder door de Fransen dan door de Zwitsers worden toegeëigend. Maar bij Rousseau denk ik automatisch ‘Genève’ en dan denk ik weer aan Calvijn. Is dat nog wat jij met een schrijver bedoelt?

Dan stopt het. Ik knijp mijn ogen samen, waarmee ik denk mijn hersenen te kunnen laten kraken, en waarachtig: plop, Hermann Hesse. Dat is toch een Zwitser (of toch een Duitser?) Hij schreef in elk geval ‘Peter Camenzind’, de eerste in een rij van Bildungsboeken die ik verslond toen ik zelf een jongeling was (oh, Siddharta!) , en veel Zwitserser dan Camenzind krijg je niet (ene Oscar indachtig, Valkenburg, Mapei, jaren 90, grunge). Met Hesse zou Zwitserland in elk geval een grotere internationale ster dan pakweg Nederland in de gelederen hebben.

Als laatste troef kan ik nog Robert Walser uitspelen, van wiens ‘wandeling’ ik erg genoten heb, en die ik hier in een van mijn eerste blogposts al noemde (ik ontdekte toen net de herontdekte klassiekers van Lebowski). Jij had een ander boek van hem gelezen, dat je nog hoger aansloeg, de titel is de naam van de hoofdpersoon, maar dat laatje wil niet open.

Wel het laatje Federer, want daar staat met koeienletters DFW op. En daar komt natuurlijk Wallaces ‘Roger Federer as Religious Experience’ uit, dat zelfs de verstokte niet-tennisliefhebber moet kunnen bekoren. En dan staat toch ook Nabokov met zijn vlindernet te zwaaien, dat eeuwige net dat allengs in een tennisracket verandert en dan doemt er een passage uit Lolita aan de baseline op. Daarin, meen ik, handelt het over een man die zoveel slice aan een bal mee kan geven dat zijn dropshots vanzelf terug over het net springen. Misschien heb ik het verzonnen, maar ik heb het zelf net zo lang geoefend tot het me lukte, dus het kan.

You Might Also Like

No Comments

Leave a Reply